WANNEER toen deze bediening voor het eerst begon, maakte de Heer me op een zachte maar krachtige manier duidelijk dat ik niet verlegen moest zijn om 'op de trompet te blazen'. Dit werd bevestigd door een Schriftgedeelte:
Het woord van de L.ORD kwam tot mij: Mensenzoon, spreek tot uw volk en zeg tegen hen: Wanneer ik het zwaard tegen een land breng ... en de schildwacht het zwaard tegen het land ziet komen, moet hij op de trompet blazen om de mensen te waarschuwen ... de schildwacht ziet het zwaard aankomen en blaast niet op de trompet, zodat het zwaard aanvalt en iemands leven neemt, zijn leven zal worden genomen voor zijn eigen zonde, maar ik zal de schildwacht verantwoordelijk houden voor zijn bloed. U, mensenkind, ik heb u aangesteld als schildwacht voor het huis van Israël; als je een woord uit mijn mond hoort, moet je ze voor mij waarschuwen. (Ezechiël 33: 1-7)
De jongeren hebben getoond dat ze voor Rome en voor de Kerk een bijzondere gave van de Geest van God zijn ... Ik aarzelde niet om hen te vragen een radicale keuze te maken in geloof en leven en hen een ontzagwekkende taak voor te stellen: 'ochtendwachten " bij het aanbreken van het nieuwe millennium. —POPE JOHANNES PAULUS II, Nieuwe Millennio Inuente9
Met de hulp van een heilige geestelijk leidsman en veel, veel genade, ben ik in staat geweest om het waarschuwingsinstrument op mijn lippen te brengen en het te blazen volgens de leiding van de Heilige Geest. Meer recentelijk, voor Kerstmis, ontmoette ik mijn eigen herder, zijne Excellentie, bisschop Don Bolen, om mijn bediening en het profetische aspect van mijn werk te bespreken. Hij vertelde me dat hij "geen struikelblokken in de weg wilde zetten" en dat het "goed" was dat ik "de waarschuwing sloeg". Met betrekking tot meer specifieke profetische elementen van mijn bediening, drukte hij zijn voorzichtigheid uit, zoals hij had moeten doen. Want hoe kunnen we weten of een profetie een profetie is totdat deze uitkomt? Zijn waarschuwing is de mijne in de geest van de brief van Paulus aan de Tessalonicenzen:
Doof de Geest niet. Veracht geen profetische uitspraken. Test alles; behoud wat goed is. (1 Thess 5: 19-21)
In die zin is onderscheiding van charisma's altijd noodzakelijk. Geen enkel charisma is vrijgesteld van verwijzing naar en onderwerping aan de herders van de Kerk. "Hun taak [is] inderdaad niet om de Geest te doven, maar om alle dingen te testen en vast te houden aan het goede", zodat alle verschillende en complementaire charisma's samenwerken "voor het algemeen welzijn". -Catechismus van de Katholieke Kerk, n. 801
Wat betreft onderscheidingsvermogen wil ik bisschop Don's eigen schrijven over de tijd aanbevelen, een die verfrissend eerlijk en nauwkeurig is en de lezer uitdaagt om een vat van hoop te worden ("Een verslag van onze hoop geven“, Www.saskatoondiocese.com, Mei 2011).
Lees verder →